Type sleutels

Sleutels worden gebruikt voor het vastdraaien van bouten en moeren. Er zijn verschillende soorten sleutels in verschillende vormen voor verschillende toepassingen. En ze hebben ook allemaal plezante namen.

De maat van een sleutel wordt meestal in mm aangegeven, bvb een sleutel van 8, 10, 13mm, etc. Maar zoals altijd in de verbouwing heb je soms ook dat er met inches wordt gewerkt (of Engelse duim), bijvoorbeeld 5/8.

Als je gaat verbouwen voorzie je best een koffer met een heel arsenaal aan sleutels. Er zijn er een aantal die je het meeste gaat nodig hebben, maar voor machines en materiaal heb je soms ook kleinere sleutels nodig. En in sommige gevallen heb je weinig plaats of heb je moeilijk bereikbare plaatsen, zoals de bouten van een design hangtoilet en dan komen die specialere sleutels toch wel van pas.

Steeksleutel

Een standaard steeksleutel heeft een niet verstelbare kop met een aangegeven maat. Vaak heeft de sleutel aan 2 kanten een kop met een verschillende maat, bijvoorbeeld 8 en 9, 9 en 10, 11 en 12. Hoe groter de maat van de bouten of moeren, hoe groter de sleutel wordt, omdat je meer macht moet kunnen zetten (een groterer steel heeft meer hefboomwerking). De kop staat meestal licht schuin onder een hoek van 15 graden, zodat met een dubbele beweging de zeskantige bout/moer een slag gedraaid kan worden (60 graden per hoek). Dit is handig als je niet veel plaats hebt om met de sleutel te bewegen, wat wel vaak het geval is in een verbouwing waar je werkt in kleine ruimtes.

Een voordeel van een steeksleutel is ook dat je hem niet altijd in het horizontale vlak van de moer of bout moet houden, maar je kan hem een beetje in een hoek houden of bijna looddrecht op de vijs. Dit kan handig zijn als je iets moet vastvijzen waar je moeilijk aan kan, bijvoorbeeld als je een kraan moet vastdraaien op een collector waar alpex buizen uitkomen

Als je de steeksleutel met de klok mee draait om iets vast te zetten en je kijkt van boven op de sleutel, dan wijst de opening in de bek van de sleutel schuin links naar beneden. Als je de sleutel omgekeerd zou gebruiken dan glijdt hij van de bout en kan je geen macht zetten. Bij het aandraaien trek je dus de sleutel naar je toe.

Je hebt ook heel platte steeksleutels voor diverse toepassingen. Zo krijg je bij een slijpschijf vaak een platte sleutel om tussen de schijf en de omhuizing te kunnen. Zo'n sleutels zijn redelijk specifiek dus die hou je best bij je materiaal in plaats van in je algemene werkbak.


Een steeksleutel met dubbel uiteinde
Engelse sleutel

De Engelse sleutel of bahco of verstelbare moersleutel is gelijkaardig aan een steeksleutel, alleen kan je de grootte van de bek aanpassen met een wormwieltje. Zo heb je geen twintigduizend verschillende sleutels nodig, maar kan je met een sleutel uit de voeten. Er bestaan ook automatische Engelse sleutels, die zichzelf aanspannen als je op een knopje drukt. Een Engelse sleutel is vaak wel iets groter en dikker dan een standaard steeksleutel en als het mechanisme niet goed kan aangedraaid worden zit er soms wat speling om het aandraaien.


Een Engelse sleutel
Waterpomptang

Een waterpomptang lijkt een beetje op een Engelse sleutel, maar het is eigenlijk geen sleutel maar een tang. Je kan er ook de grootte van de bek mee aanpassen, maar hier schuift de elementen vrij van elkaar. De bekken hebben verschillende tanden voor grip en zijn eigenlijk niet geschikt voor het vastdraaien van zeskantige bouten of moeren. Je gaat immers al snel de kop van de moer kapot maken als je bij het vastdraaien macht zet en doorschuift.

Eigenlijk is een waterpomptang gemaakt om buizen vast te houden bij de loodgieterij. Je kan er ook andere objecten goed mee vasthouden, bijvoorbeeld als je een moer moet loskrijgen van een machine, of gewoon een moer of bout, maar dan niet om aan te draaien, maar om goed vast te houden terwijl je aan de andere kant tegendraait.


Een waterpomptang
Ringsleutel

Een ringsleutel is volledig rond met aan de binnenkant kleine tandjes of de vorm van een zeskant. Waar een steeksleutel de kracht op de moer of bout maar met 2 zijden overbrengt, gaat een ringsleutel al de kanten benutten. Hierdoor gaat de sleutel ook minder snel losschieten en kan je meer macht zetten. Veel steeksleutels hebben een gewone kop aan de ene kant en een ringsleutel aan het anere einde van dezelfde grootte.

Het nadeel van een ringsleutel is dat je plaats genoeg moet hebben om de sleutel over de bout of moer te plaatsen. De bout of moer moet ook voldoende hoogte hebben zodat de sleutel goed kan pakken. Je moet de sleutel ook redelijk recht houden. Heb je niet voldoende ruimte dan moet je een steeksleutel gebruiken.

Je kan een ringsleutel ook soms verlengen met een buis om zo meer macht te kunnen zetten. Zorg wel dat je de sleutel niet forceert op deze manier


Een ringsleutel
Dopsleutel

Een dopsleutel is vooral makkelijk als je niet in het horizontale vlak kan werken, maar eerder haaks om een bout moet werken om deze aan te draaien. Er zijn verschillende mechanismes, soms is er een handvat, zoals bijvoorbeeld bij een kruissleutel van een auto om je wiel te vervangen. Vaak heb je echter verwisselbare doppen die je kan plaatsen op een ratel of rakjak (vaak uitgesproken als rakijak of rakkiejak).

Als je werkt met een rakjak of ratel, dan heb je een schakelaartje of switch om de rakjak in vast of losdraaien te plaatsen. Omdat de rakjak in een ander vlak draait kan je hier goed mee aandraaien. Alleen is het soms onhandig, omdat je kracht in een andere richting zet en daarom de rakjak vaak lostrekt. Daarom gebruik je soms best je 2 handen, eentje om te draaien en eentje om de rakjak op zijn plaats te houden.

Werken met dopsleutels is lastig voor moeren en is meer geschikt voor het vastdraaien van bouten. Bij moeren gaat de moer over de draadstang en als de dopsleutel niet diep genoeg is dan kan je de moer niet aantrekken.

Er bestaan ook pijpsleutels, dit zijn eigenlijk cilinders met binnenin een zeskantige opening, hier kan je dieper mee gaan. Vaak zit er een uitsparing in de schacht om bijvoorbeeld een schroevendraaier door te steken waarmee je dan kan draaien. Je kan die ook verlengen door er 2 over elkaar te steken.


Een dopsleutel

Een rakjak of ratelsleutel met verwisselbare doppen

Speciale sleutels

Voor sommige toepassingen zijn er speciale sleutels.
Inbussleutel

Een inbussleutel is een zeskantig stuk metaal dat is omgebogen op het einde. In tegenstelling tot de sleutels die hierboven werden besproken en die langs buiten op de bout of moer worden gebruikt, gebruik je een inbussleutel aan de binnenkant. Sommige vijzen zijn voorzien van een uitsparing en kunnen op deze manier worden vastgezet. Dit is bijvoorbeeld ook het geval met zeer kleine vijsjes die redelijk onzichtbaar moeten ingewerkt worden, bijvoorbeeld bij de montage van een douchesstijl. Inbussleutels heb je bijvoorbeeld soms nodig bij montage, zoals een tuintafel, je meubeltjes van IKEA, een steeltje op een kraan of onderdelen van je machines.

Best koop je een setje met verschillende maten van inbussleutels zodat je altijd voorzien bent. In sommige gebieden wordt er ook umbraco gezegd tegen een inbussleutel. Veel mensen zeggen of schrijven foutief imbussleutel (met een m) in plaats van inbussleutel. En nee, meneer Imbus was niet de uitvinder van de inbussleutel.


Een inbussleutel
Chauffagesleutel

Een chauffagesleuteltje of een ontluchtingssleutel wordt gebruikt voor het ontluchten van de verwarming (chauffage). Als er te veel lucht in de verwarming komt kan deze lawaai beginnen maken en beginnen 'tikken', het rendement van de verwarming verlaagt ook. Op de radiator is aan de bovenkant altijd een ontluchter aangebracht. Die kan je met een ontluchtingssleutel bedienen. Zo'n ontluchtingssleuteltje heeft een vierkante bek. Door de het kraantje open te draaien kan de lucht ontsnappen. Als al de lucht weg is begint het water uit de chauffage te spuiten in een klein straaltje, dus draai je zo snel mogelijk het kraantje terug dicht. Bij nieuwe chauffages is dit nog redelijk proper water, bij chauffages die al een tijdje draaien kan dit zeer vuil en zwart water zijn. Daarom voorzie je best altijd een doek of handdoek om er voor te zorgen dat dit vuile water niet op je mooie witte muren spat.


Een chauffagesleutel of ontluchtingssleutel

Technieken

2 sleutels

Bij moeren en bouten heb je vaak 2 sleutels nodig, een sleutel om de moer vast te zetten en 1 sleutel om de kop van de bout vast te houden, anders draait de bout gewoon mee als je de moer aandraait en komt het materiaal niet vast te zitten.

Contramoer of countermoer

Een moer op een bout kan door trilling loskomen. Daarom wordt er soms een tweede moer op de bout of op een draadstang aangebracht. Die moer wordt dan vast aangedraaid tegen de andere moer. Deze moer noemt men een countermoer of contramoer en zorgt er voor dat de moer niet kan lostrillen.

Andere gereedschap gidsen


Materiaal

Boren

Materiaal

Vijzen

Machines

Boor & schroefmachines

Materiaal

Sleutels